Blijkt uit een quickscan flora en fauna dat bepaalde beschermde plant- en/of diersoorten niet uitgesloten kunnen worden in het projectgebied? Dan moet er een zogenaamd aanvullend onderzoek naar deze soorten uitgevoerd worden. Aanvullend onderzoek wordt ook wel eens nader onderzoek of soortspecifiek onderzoek genoemd.

Het doel van aanvullend ecologisch onderzoek is het uitsluiten of aantonen van de aanwezigheid van de betreffende beschermde soorten. Zodra dit bekend is, kunnen de eventuele (negatieve) effecten van de werkzaamheden op deze soort(en) bepaald worden door middel van een effectenbeoordeling. Hieruit zal blijken of een Omgevingswet vergunning nodig is alvorens de werkzaamheden uitgevoerd mogen worden.

De meest voorkomende aanvullende onderzoeken gaan over vleermuizen, huismussen en gierzwaluwen. Dit zijn beschermde diersoorten die in en rondom gebouwen leven. Heb je een project in het buitengebied of ga je werkzaamheden verrichten aan watergangen? Dan gaat het vaak om soorten zoals rugstreeppad, grote modderkruiper, buizerd of misschien wel ringslang.

Het aanvullend onderzoek wordt uitgevoerd aan de hand van bestaande protocollen, gedragscodes, handreikingen en kennisdocumenten. Voorbeelden hiervan zijn het vleermuisprotocol 2021 van het NGB (Netwerk Groene Bureaus) en de handreiking kleine marterachtigen 2024 van BIJ12.

Contact

Heb je vragen over ecologisch onderzoek, advies nodig of wil je een vrijblijvende offerte? Vul ons contactformulier in.

Wil je even sparren?

085 004 33 02

Contact formulier