Soortspecifiek onderzoek

Wil je een ruimtelijke ingreep uitvoeren, dan moet je je houden aan de Omgevingswet. Dat betekent dat je ecologisch onderzoek moet laten uitvoeren. De eerste stap hierin is een quickscan flora en fauna. Blijkt uit die quickscan dat beschermde soorten (of functies hiervan) binnen het gebied mogelijk aanwezig zijn, dan moet dit verder onderzocht worden. Dat wordt soortspecifiek onderzoek genoemd. Het uitvoeren van soortspecifiek onderzoek duurt tussen de 1 en 12 maanden, afhankelijk van de betreffende soort(en).

Hoe gaat soortspecifiek onderzoek in zijn werk?

Wij raden aan om eerst een quickscan flora en fauna uit te laten voeren. Tijdens een quickscan flora en fauna kunnen wij de aanwezigheid van veel wettelijk beschermde soorten uitsluiten. Soorten waarbij dit niet kan, onderzoeken we verder in het soortspecifiek onderzoek.

Het soortgericht onderzoek bestaat uit een aantal bezoeken aan het plangebied (en de directe omgeving hiervan) waarbij we zoeken naar (sporen van) de betreffende soort. Anders dan bij een quickscan, die jaarrond uitgevoerd kan worden, is soortspecifiek onderzoek gebonden aan een bepaalde periode. Deze periode is afhankelijk van de soort waar het onderzoek naar gedaan moet worden. Het onderzoek wordt altijd uitgevoerd in het seizoen dat de soort actief is.

Resultaten van het onderzoek

Na het soortspecifiek onderzoek weet je of er beschermde soorten voorkomen in het plangebied. Je weet wat het effect van de geplande werkzaamheden zijn op individuen, maar ook op de hele populatie. Daaruit volgt welke maatregelen je kan nemen en of je een vergunning aan moet vragen in het kader van de Omgevingswet.

Kwaliteitsborging

Wij werken met de geldende protocollen, zoals het Vleermuisprotocol van het Netwerk Groene Bureaus en de kennisdocumenten van BIJ12. Daarmee wordt voldaan aan de eisen van een eventuele Omgevingswet vergunning. Bij moeilijk te traceren soorten zoeken wij altijd naar aanvullende innovatieve monitoringstechnieken.