Als uit een quickscan flora en fauna en het aanvullend onderzoek blijkt dat jou project negatieve effecten heeft op beschermde planten- en/of diersoorten, kun je de werkzaamheden niet zonder meer uitvoeren. In het rapport van het aanvullend onderzoek zal staat voor welke flora- en fauna-activiteit een Omgevingsvergunning nodig is. Om deze flora- en fauna-activiteit uit te voeren moet dan een Omgevingsvergunning van de DSO aangevraagd worden.

Bij het aanvragen van dergelijke vergunning, wordt een zogenaamde activiteitenplan opgesteld. Een activiteitenplan bestaat deels uit een mitigatie- en compensatieplan (verzachten, voorkomen en/of compenseren van de negatieve effecten) en uit soortinformatie waar op basis van de beslissing wordt gemaakt of een vergunning wordt verleend. Denk hierbij aan het wettelijk belang (dit verschilt per beschermingsregime), de staat van instandhouding van de soort(en) en een onderzoek of de flora- en fauna-activiteit ander kan worden uitgevoerd waardoor geen Omgevingsvergunning nodig is.

Dergelijk activiteitenplan wordt ingediend via het DSO (Digitaal Stelsel Omgevingswet). Het bevoegd gezag heeft, na het indienen, 8 weken de tijd om een vergunning wel of niet af te geven. Buiten deze 8 weken is er nog een mogelijkheid om het afgeven van de beslissing te verlengen met 6 weken. Houd er rekening mee dat het bevoegd gezag erg druk zijn en dat de totale maximale termijn van 15 weken overschreden kan worden.

Contact

Heb je vragen over ecologisch onderzoek, advies nodig of wil je een vrijblijvende offerte? Vul ons contactformulier in.

Wil je even sparren?
πŸ“ž 085 004 33 02

Contact formulier