Omgevingswet en vergunningen

Bij een ruimtelijke ontwikkeling, zoals het bouwen, slopen of renoveren van een gebouw, moet je voldoen aan de Omgevingswet. Dit betekent dat de geplande werkzaamheden geen negatief effect mogen hebben op beschermde plant- en diersoorten. Denk aan het doden van deze soorten of het vernielen van rust-, verblijf- of voortplantingsplekken. De mogelijke aanwezigheid van wettelijk beschermde flora en fauna moet daarom onderzocht worden. Het onderzoek bestaat uit een quickscan flora en fauna en, indien nodig, soortspecifiek onderzoek.

Dergelijke ecologische onderzoeken vinden altijd plaats vóór aanvang van de werkzaamheden. Indien uit de onderzoeken blijkt dat, ondanks het treffen mitigerende maatregelen, verbodsbepalingen uit de Omgevingswet of Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) worden overtreden, moet een omgevingsvergunning aangevraagd worden. 

Een omgevingsvergunning kun je aanvragen bij het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Ecosprong kan dit uiteraard ook voor je verzorgen. Het bevoegd gezag (vaak de provincie of gemeente) heeft 8 weken de tijd, met een mogelijke verlenging van 6 weken, om te bepalen of je omgevingsvergunning verleend of geweigerd wordt.

Wanneer de vergunning is verleend, is het treffen van mitigerende en compenserende maatregelen nodig. Afhankelijk van de aangetroffen natuurwaarden is in sommige gevallen een gewenningsperiode nodig. Dat is een periode waarin een soort kan wennen aan de genomen maatregelen. In de praktijk kan dit 3-6 maanden duren, met uitschieters naar 1 jaar. 

Wil je vertraging voorkomen? Schakel vroegtijdig onze ecoloog in. Wanneer wij vroegtijdig worden ingeschakeld, kunnen de plannen of de werkzaamheden tijdig aangepast worden aan de gestelde eisen van de Omgevingswet. Heb je na het lezen nog vragen over Omgevingswet flora- en fauna-activiteiten of omgevingsvergunningen? Neem gerust contact met ons op!